Het jaar 1361 wordt in de traditie van de Zwartzusters als ‘stichtingsdatum’ aangenomen. Na de pestepidemie van 1360 vestigden zich zusters in de Kastanjeboomstraat dicht bij de O.-L.-Vrouwkerk.
Het convent werd opgericht op het puin van de hofsteden van de Swesteren en van het convent van Ricelle, allebei door een hevige brand verwoest. Deze twee gemeenschappen van ’Aermenzusters’ lijken ons vandaag de verste voorlopers van de Zwartzusters te zijn. Van geen van beiden is in de latere geschiedenis nog een spoor of een vermelding op een andere plaats in de stad terug te vinden. Tussen 1361 en 1461 is ons als ‘Aermenzuster’ alleen de naam van overste Mary Zonderdanc bekend. In 1477 wordt ze zelfs vernoemd als ‘meesterghe van de godshuze twelke men heet Ter Castaegneboome’.
100 jaar later werd de gemeenschap door Rome erkend. Op 18 oktober 1461 legden 25 zusters kloostergeloften af. Ze ontvingen de Orderegel van de H. Augustinus. Hun namen zijn bekend met als overste Moeder Jaquemyne Stouts (of Hardy). Maar de naam van zuster Mary Zonderdanc is niet terug te vinden op die lijst van 25. De zusters werden in de volksmond aangesproken als de ‘Aermenzusters van de Castaegneboome’. Dit heeft te maken met het feit dat vlak voor de poort van het convent zo’n merkwaardige Kastanjeboom stond.
Door verzorging van zieken aan huis kwamen de zusters eeuw na eeuw tegemoet aan de meest schrijnende noden van de tijd: vooral de dienst aan zieken, o.a. mensen die te lijden hebben aan pest of andere epidemische ziekten, zelfs door het begraven van doden. Ook andere vormen van religieuze toewijding worden vermeld: een school tot 1715, hulp aan de armen, bijstand in de gevangenis, enz. Grote weldoeners uit de beginperiode waren Ridder Jan-Baptist de Baenst, de Heer van Sint-Joris-ten-Distel en zijn echtgenote Mevrouw Marguerite Lefevre. In 1469 werd met hun steun een kapel gebouwd. Het hervormde convent kreeg de bijnaam ‘Bethel’. Institutioneel waren de zusters ‘Cellezusters’ en als zodanig genoten ze bescherming en voorrechten vanwege de opeenvolgende pausen. Tot op heden zijn we in het bezit van een originele beschermbul van Paus Julius (1506).
Omstreeks 1500 duikt in de bronnen de naam Zwartzusters op. De zusters ondervonden weinig hinder tijdens de fameuze Geuzentijd. Ze bleven zonder noemenswaardige narigheden ongestoord verder wonen in hun convent tot aan de vervolging en de onteigening tijdens de Franse Revolutie in 1798. Ze werden uitgedreven en kregen asiel in het huis van Jonkheer Carolus de Schietere, Heer van Caprijcke, in de Langestraat.
Na een periode van 9 jaar kon de gemeenschap zich herstellen. Zij vestigden zich in 1807 op de Woensdagmarkt 6 te Brugge.
Dit huis bleef het hoofdklooster tot aan de verhuis naar het nieuwe huis ‘Ter Castaegneboom’ op 15 oktober 1988, op het Oosterlingenplein 5 te 8000 Brugge.
Van 1927 af moest de thuiszorg geleidelijk aan wijken voor de ziekenverpleging in de instellingen. De ziekenhuizen ontstaan: Sint-Franciscus Xaveriusziekenhuis te Brugge nu Campus van AZ St.-Jan, Heilig Hartziekenhuis te Oostende nu AZ Damiaan en AZ Sint Augustinus te Veurne, nu AZ West.
Gaandeweg kreeg ook de bejaardenzorg in Oostende en Veurne haar plaats.
Op 25 februari 1954 gingen de Zwartzusters van Diksmuide een fusie aan met de Zwartzusters van Brugge.
Op 10 augustus van hetzelfde jaar werd deze fusie nog verruimd met de Zwartzusters van Veurne.
Op 14 juli 1966 vertrokken de eerste zusters naar Brazilië en zij vestigden zich in de armenwijken van de grootstad Salvador de Bahia. Daar wijdden zij zich aan pastoraal- en ontwikkelingswerk op de parochie São Gonçalo do Retiro.
Er kwam een nieuwe stichting in de interior van het bisdom Salvador in het stadje Cruz das Almas in 1989, alsook in Coqueiros, Maragojipe in 1995.
Later hebben de zusters deze plaatsen weer verlaten en zijn ze nu, naast de 3 gemeenschappen in Salvador: Casa da Paz, Casa da Alegria en Casa Bethel, sinds 29 mei 2002 werkzaam in Ruy Barbosa.
Er ging ook een missie door in Oiticicas, Ceará van 26 augustus 2007 tot 27 februari 2013.
Op 19 februari 2018 vertrokken drie Braziliaanse Zwartzusters, As Irmãs Negras, naar de nieuwe missiepost Itacoatiara in Amazonas Brazilië, waar ze zich nu voor drie jaar zullen inzetten voor d e pastorale en sociale noden. Zo blijven de Zwartzusters tegemoetkomen aan de fysische en sociale noden van de mensen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.